Direct naar content

“Meestal komen mensen met een arbeidsbeperking terecht in de uitvoering of in de buitendienst als ze bij een gemeente gaan werken. Je ziet niet vaak dat er  een baan gecreëerd wordt  op een complexe afdeling. Dat de gemeente Houten Mohamed bij de afdeling P&O heeft aangenomen, is dan ook een compliment waard”, zegt accountmanager Joost Lubbers van Werk en Inkomen Lekstroom.

De Mohamed waar hij het over heeft, is de 23-jarige Houtenaar die sinds augustus vorig jaar in dienst is van de gemeente Houten. Eerst via een proefplaatsing, sinds kort met een vaste aanstelling. Hij werkt er drie dagen per week, van half negen tot twee uur als administratief ondersteuner. Mohamed heeft een zeldzame aandoening, waardoor hij afhankelijk is van een rolstoel en snel vermoeid raakt bij teveel inspanning. Na het behalen van zijn VWO-diploma lukte het hem niet een baan te vinden. Met zijn ICT-studie moest hij door gezondheidsproblemen vroegtijdig stoppen.

Mo2
Mohamed (foto: Johan Nebbeling)

Arbeidsbeperking

Accountmanager Joost Lubbers van WIL bracht Mohamed in contact met de gemeente Houten, die mensen met een arbeidsbeperking werk biedt op verschillende afdelingen. Veel medewerkers werken bijvoorbeeld de groenvoorziening of het onderhoud, maar Mohamed, met zijn opleiding, kennis en vaardigheden én zijn sterke wil om, ondank zijn lichamelijke beperkingen, ‘zijn steentje bij te dragen’, had andere mogelijkheden.

Adviseur Arbeidsmarkt Wendy Werensteijn van de gemeente, die er onder meer voor verantwoordelijk is om een geschikte werkplek voor mensen met een beperking binnen de gemeentelijke organisatie te vinden, zag op basis van Mohameds talenten en motivatie mogelijkheden op haar eigen afdeling P&O. In overleg met de teammanager werd besloten om hem een proefplaatsing aan te bieden.

Aanvankelijk kreeg hij eenvoudige taken, maar gaandeweg ontwikkelde hij zich tot een waardevolle administratieve ondersteuner voor zijn naaste collega’s. Mohamed ontwikkelde zich in amper een half jaar zo goed, dat hij recent een vaste aanstelling heeft gekregen. “Mohamed heeft echt laten zien wie hij is en wat hij kan”, zegt Wendy.

Mo3
Joost, Mohamed en Wendy (foto: Johan Nebbeling)

Zenuwachtig

Voor Mohamed is het zijn eerste echte baan. Hij had het, vertelt hij met pretoogjes, in het begin niet makkelijk. Niet eens zozeer met het werk, maar meer met de vraag hoe zijn nieuwe collega’s naar hem zouden kijken. “Ik was ontzettend zenuwachtig. Ik was bang dat ik niet mee zou kunnen doen. Maar dat is nu wel over. Mijn collega’s zorgen goed voor me.”

Mohamed draait ook op sociaal vlak goed mee op de afdeling, zegt Wendy. “Hij hoort er inmiddels helemaal bij. En als we zitten te dollen, doet hij net zo hard mee. Op het vlak van werk moeten we hem soms nog wat in de gaten houden, want hij heeft wel eens de neiging om meer te willen doen dan hij aan kan. Hij kan zijn grenzen nog beter aangeven.” Meer of andere begeleiding ten opzichte van de andere medewerkers op de afdeling heeft Mohamed niet nodig.

Loonkostensubsidie

Omdat Mohamed niet 100 procent kan presteren zoals mensen zonder arbeidsbeperking, zit hij in het zogeheten Doelgroepregister van het UWV. Dat beoogt meer mensen met een beperking aan het werk te krijgen. Daarom ontvangt de gemeente als werkgever voor hem een loonkostensubsidie, zegt accountmanager Joost Lubbers.
Een loonkostensubsidie overbrugt het verschil in loonwaarde tussen iemand zonder en iemand met een beperking. Dat maakt het voor een werkgever interessant om mensen met een beperking in dienst te nemen. Bovendien valt Mohamed onder de No Risk polis. Mocht hij onverhoopt voor langere tijd uitvallen door ziekte, dan betaalt niet de werkgever de ziekte-uitkering, maar het UWV zijn loon door.
Mohamed voelt zich, zoals hij zegt, ‘heel comfortabel’ in zijn werk. “Ik heb leuk werk, aardige collega’s, ik ben helemaal op mijn plek.” Meer uren werken dan de vijftien per week die hij nu werkt, zit er vanwege zijn lichamelijke beperkingen vooralsnog niet in. Maar wel wil hij zich verder ontwikkelen binnen de organisatie. “Ik denk wel dat er voor mij nog meer in zit.”